ACROSS
1Volgwagens.
5Noest werkt hij aan het schrift.
6Muziekstuk van de bakker.
7G. schreeuwde vanwege een virus.
9Een glaasje sterke drank voor de Aziaat.
11Dicht terwijl het mocht.
DOWN
1Geenszins het absolute minimum.
2Vanzelf is het een waardevol bezit.
3Stadsvogel.
4Fruit om de voeten te verwarmen.
8De tsaar heeft iets met haar.
10Vaartuig in Ned. dorp.